e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q094p plaats=Hees

Overzicht

Gevonden: 1269
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loop van een geweer loop: de lōp van ə gewèr (Hees) De loop van een geweer [ZND 30 (1939)] III-3-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheut: sjie-ət (Hees) loot [ZND 01 (1922)] III-4-3
lopen lopen: lōͅpə (Hees), lō.pǝ (Hees) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2
losgetuigd leiden los paard: lǫs pi̯at (Hees) Een paard zonder zadel en niet tussen berries leiden met de teugel. [N 8, 101c] I-10
luchtpijpen luchtpijpen: lochpiepe (Hees) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
lui lui: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  lei (Hees) lui, traag [ZND 01 (1922)] III-1-4
lui (lieden) lui: kort  rieke lei (Hees) Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1
luid schreien grijnzen: ook materiaal znd 28, 53  grējnse (Hees), krijten: ook materiaal znd 28, 53  kriete (Hees) luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] III-1-4
luiden luiden: də klok leuije (Hees) De klok luiden. [ZND 30 (1939)] III-3-3
luiden voor de mis luiden voor de mis: ’t luidt vjèr də mes (Hees) Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)] III-3-3