e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schransen buizen: bø͂ͅi̯zə (Heijen), inspaden: inspōͅi̯ə (Heijen), vreten: vrēͅtə (Heijen) schransen, veel eten || veel eten || vreten III-2-3
schrede schrede: schreej (Heijen) schrede [SGV (1914)] III-1-2
schreeuwen schreeuwen: schrewwe (Heijen) schreeuwen [SGV (1914)] III-3-1
schrijvertje koffieboontje: koffie-böntje (Heijen) watertorretje III-4-2
schrikkeljaar schrikkeljaar: schrikkeljoar (Heijen) schrikkeljaar [SGV (1914)] III-3-2
schrikken schrikken: schrikke (Heijen) schrikken (geen context) [DC 38 (1964)] III-1-4
schrobben schrobben: sxrobə (Heijen) schrobben III-2-1
schrobbezem schrobber: sxrobər (Heijen), sxrøͅbər (Heijen) schrobbezem, boender III-2-1
schrobzaag, sleutelgatzaag fok(s)zwans: fuks˲zwāns (Heijen) Handzaag met een smal, spits toelopend blad, die wordt gebruikt om midden in hout en langs gebogen lijnen te zagen. Soms wordt er voor het zagen van sleutelgaten een andere zaag van een vergelijkbaar type gebruikt, kleiner en met een ander handvat. Die wordt ook wel met de term ɛsleutelgatzaagɛ aangeduid. Zie ook afb. 13.' [N 53, 4-5; N G, 23c; monogr.; N 33, 330] II-12
schroeien schroeien: sxrø͂ͅi̯ə (Heijen) schroeien [SGV (1914)] III-2-1