e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tolgaarder tolbaas: tolboas (Heijen) tolgaarder [SGV (1914)] III-3-1
tonen tonen: töenen (Heijen) tonen [SGV (1914)] III-1-1
tong tong: tong (Heijen) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
toonbank toonbank: teunbank (Heijen) toonbank [SGV (1914)] III-3-1
toot tompen: tø̄mp (Heijen) Elk van de uitstekende delen van de berries (bij de hoogkar) of de bakbomen (bij de slagkar) achter aan de kar. De opgaven van de woordtypen top, stoot en stots zonder meervoudsuitgang zijn als meervoudig ge√Ønterpreteerd wegens hun velair vocalisme. Door het ontbreken van een mogelijke enkelvoudige tegenopgave, is het echter mogelijk dat het hier om enkelvoudsopgaven gaat. Met het woordtype staart wordt het geheel aangeduid, in tegenstelling tot de andere woordtypen, waarmee elk deel afzonderlijk wordt benoemd. [N 17, 28 + 37a; N G, 59a; monogr] I-13
torenvalk bibbervalk: bibbervalk (Heijen) torenvalk III-4-1
tornen tornen: tǫnǝ (Heijen), tǫnǝn (Heijen) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
tortelduif lachduif: lachdoe.f (Heijen), tortelduif: tótteldoe.f (Heijen), tóttelduu.f (Heijen) tortelduif III-4-1
traag traag: cf. VD s.v. "traag"2. langzaam in het handelen., niet voortvarend, sloom (minder sterk dan lui, vadsig)  troag (Heijen) traag [SGV (1914)] III-1-4
trakteren trakteren (<lat.): traktieren (Heijen) trakteeren [SGV (1914)] III-3-1