20483 |
voedsel |
eet, de -:
ēͅt (L165p Heijen)
|
eten, maaltijd
III-2-3
|
34280 |
voer |
voer:
vūr (L165p Heijen),
vūǝr (L165p Heijen)
|
Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.]
I-11
|
28819 |
voering, voeringstof |
voering:
vūreŋ (L165p Heijen)
|
Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.]
II-7
|
33054 |
voerman op de maaimachine |
aflegger:
āf˱lɛgǝr (L165p Heijen)
|
De opgaven bestaan vaak uit omschrijvingen en er is weinig echte terminologie; vergelijk ook het lemma ''afleggen'' (4.4.3). [N J, 3a; monogr.]
I-4
|
34288 |
voerschep |
drankschepper:
drāŋksxø̜pǝr (L165p Heijen)
|
Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b]
I-11
|
17777 |
voet |
voet:
vōēt (L165p Heijen, ...
L165p Heijen),
vuut (L165p Heijen)
|
voet [SGV (1914)] || Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] || voeten [SGV (1914)]
III-1-1
|
17799 |
voet (alternatieve benamingen) |
knook:
knù:k (L165p Heijen),
poot:
pēūt (L165p Heijen)
|
Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
30509 |
voetpannen |
neuzedrup:
nø̄zǝndrø̜p, nø̄zǝndryp (L165p Heijen)
|
De paar rijen pannen die de onderrand van het dak vormen wanneer dit deels met stro en deels met pannen wordt gedekt. [N F, 34a; N 4A, 27c; monogr.]
II-9
|
17778 |
voetzool |
zool:
zaol (L165p Heijen)
|
zool [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
24268 |
vogel, algemeen |
mus:
mus (L165p Heijen),
vogel (enk.):
vogel (L165p Heijen),
vogel (mv.):
vogels (L165p Heijen)
|
vogel [SGV (1914)] || vogels [SGV (1914)]
III-4-1
|