e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

Gevonden: 2777
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hond gotenzeiker: göötezè.jker (Heijen, ... ), hond: hōnd (Heijen), hó.nd (Heijen, ... ), hônd (Heijen), stoeltje: stoeltje (Heijen) hond [SGV (1914)] || Stuk hout (in de standerdmolen) waaraan het vanghoofd door middel van een ijzeren haak bevestigd is. Zie ook afb. 51.3. [N O, 12k; A 42A, 83] II-3, III-2-1
hondenkar hondskar: hōntskar (Heijen) Kleine kar die door een hond getrokken wordt en die voornamelijk gebruikt werd voor het vervoer van allerlei kleine hoeveelheden. [N 17, 15a; JG 1a; N G, 51; monogr] I-13
honing honing: huneŋ (Heijen) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd kop: kop (Heijen, ... ) hoofd [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
hoofdbord kroon: krōn (Heijen) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13
hoofdkaas persvlees: pars˃vlēͅi̯s (Heijen), zult: zult (Heijen), zø̄lt (Heijen), zuurvlees: zōērvlēīs (Heijen), zūrvlēͅi̯s (Heijen) hoofdkaas [DC 30 (1958)] || hoofdkaas, zult || zult, hoofdkaas III-2-3
hoofdkussen kopkussen: kopkøsə (Heijen), koͅpkøsə (Heijen) hoofdkussen [SGV (1914)] III-2-1
hoofdluis luis: luus (Heijen), pietje: pietje (Heijen) hoofdluis III-4-2
hoofdpijn koppijn: kŏppien (Heijen) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2
hoofdstel kopsel: kø̜psǝl (Heijen) Stel van leren riemen op het hoofd van het paard als het ingespannen is. Het woordtype hoofdsel is vermoedelijk ontstaan uit hoofdstel. Loesj als simplex of als eerste lid van een samenstelling gaat terug op het Franse louche "schuin/scheel". [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 17; R 3, 60; monogr.] I-10