e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L413p plaats=Helchteren

Overzicht

Gevonden: 2273
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kolengruis gruis: gruis (Helchteren) gruis van kolen [ZND 35 (1941)] III-2-1
kolenschop schop: sxoͅp (Helchteren) kolenschop, brede schep waarmee men kolen langs het keldergat naar binnen doet [ZND 42 (1943)] III-2-1
kolonel kolonel: kolonel (Helchteren) Kolonel. [ZND 36 (1941)] III-3-1
komen komen: komen (Helchteren), komə (Helchteren, ... ) komen [RND], [ZND 46 (1946)], [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
komkommer komkommer: komkommer (Helchteren) [ZND 41 (1943)] I-7
konijn konijn: knain (Helchteren), knēͅ.n (Helchteren), pl.  kneͅins (Helchteren) konijn [ZND 42 (1943)] || konijn(tje) [Goossens 1b (1960)] III-2-1
koning koning: kø.niŋ (Helchteren), kønəŋ (Helchteren) een koning [ZND A2 (1940sq)] || koning [RND] III-3-1
koning in het kaartspel heer: hier (Helchteren) Koning: Hoe heet schoppen heer of schoppen koning (in een kaartspel)? [ZND 42 (1943)] III-3-2
koningin moeder: mojǝr (Helchteren) Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6
koolmees, mees bijmusje: bijmuschke (Helchteren, ... ) mees [ZND 01 (1922)], [ZND 31 (1939)] III-4-1