e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L413p plaats=Helchteren

Overzicht

Gevonden: 2273
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klomp klomp: klomp (Helchteren, ... ) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)] II-12, III-1-3
klooster klooster: kluəstər (Helchteren) Een klooster. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
kloven doorkappen: dowǝrkapǝ (Helchteren), schalmen: sxalǝmǝ (Helchteren) Nadat het dier bestorven is, wordt het in twee delen verdeeld door het in de ruggegraat door te kappen. Soms laat men de ruggegraat aan één kant zitten en kapt men de ribben aan de andere kant los. Beide delen worden vervolgens apart verwerkt. [N 28, 89; Veldeke 32, 69; monogr.] II-1
klucht klucht: kløxt (Helchteren) Een klucht. [ZND A1 (1940sq)] III-3-2
kluit eitje: eikes (Helchteren) bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)] III-2-1
kluit aarde klot: klǫt (Helchteren) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knecht knecht: een knecht (Helchteren) een knecht [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
knecht, algemeen knecht: knęxt (Helchteren) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
kneuzen knotsen: knotsen (Helchteren) blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)] III-2-3
knevels knevels: knēvǝls (Helchteren) Beide haakjes aan de bitringen, die aan het hoofdstel worden opgehangen. [N 13, 45] I-10