34218 |
roep- en lokwoord voor de koe |
koetje:
kou̯kǝ (L291p Helden)
|
Men roept de koe naast de algemene benamingen koe, muk enzovoorts ook met het noemen van de kleur, b.v. zwarte en met een eigennaam als Lies en Berta. [N C, 16; VC 14, 2a (r]
I-11
|
34379 |
roep- en lokwoord voor een big |
kiere, kiere, kiere:
kirǝ, kirǝ, kirǝ (L291p Helden),
kuusje:
kuskǝ (L291p Helden)
|
Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.]
I-12
|
34219 |
roep- en lokwoord voor het kalf |
kalfje:
kɛlfkǝ (L291p Helden),
muk:
møk (L291p Helden),
muk, muk:
mǫkǝ mǫkǝ (L291p Helden)
|
Met kan een kalf roepen met de algemene benamingen kalf, kalfje, muk enzovoorts, met eigennamen als Liesje, met klanknabootsingen of eventueel met het rammelen van melkemmers. [N C, 17; VC 14, 2b (r]
I-11
|
34529 |
roep- en lokwoord voor het kuiken |
kipje:
kipkǝ (L291p Helden),
kuikje:
kykskǝ (L291p Helden),
tuut, tuut, tuut:
tyt, tyt, tyt (L291p Helden)
|
[N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.]
I-12
|
34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus:
kus (L291p Helden),
kuus, kuus:
kus, kus (L291p Helden),
kuusje:
kuskǝ (L291p Helden)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
34442 |
roep- en lokwoorden voor het lam |
lammetje:
lɛmkǝ (L291p Helden)
|
[N 19, 74b; VC 14, 2k (R]
I-12
|
34441 |
roep- en lokwoorden voor het schaap |
schaapje:
šøpkǝ (L291p Helden),
sik:
sik (L291p Helden),
sikje:
sikskǝ (L291p Helden)
|
[N 19, 74a; VC 14, 2j (R]
I-12
|
33841 |
roepen van de hengst naar de aankomende merrie |
kraaien:
kręi̯ǝ (L291p Helden)
|
Bij het naderen van de hengst joechelt (juicht) de merrie naar de hengst, die deze roep op zijn beurt beantwoordt met onder meer te rauwen, hummelen, joechelen e.d. In dit lemma zijn ook de enkele antwoorden uit vraag N 8A, 1c (zachtjes hinniken van de merrie tegen het veulen) ondergebracht, omdat zij enkel in dit kader passen; de gestelde vraag leverde geen enkele specifieke term op. [N 8, 47; N 8A, 1b en 1c]
I-9
|
34460 |
roepwoord voor de geit |
geitje:
gētjǝ (L291p Helden),
sik:
sik (L291p Helden),
sikje:
sikskǝ (L291p Helden)
|
[N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.]
I-12
|
34461 |
roepwoord voor de jonge geit |
geitje:
gētjǝ (L291p Helden),
jonge geit:
joŋǝ gęi̯t (L291p Helden)
|
[N 19, 74f; VC 14, 2m -r-]
I-12
|