e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heppen

Overzicht

Gevonden: 1713
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
besteken in zijn gat steken: in zijn gat steken (Heppen, ... ) Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] III-3-1, III-3-2
beteuterd beteuterd: hij stond beteuterd (Heppen), ook materiaal znd 32, 67  beteuterd (Heppen) beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4
betrappen betrappen: betrappe (Heppen) betrappen [ZND 32 (1939)] III-3-1
betten van een wonde afwassen: afwassĕ (Heppen), uitbaden: uitbajen (Heppen) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
beurs, overrijp murw: mĕŭrf (Heppen) overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3
bevruchten treden: trēǝn (Heppen) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewolkte lucht overdekte lucht: overdekte locht (Heppen, ... ), overtrokken lucht: overtrokken (Heppen), overtrokken lucht (Heppen) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezadigd kalm: ook materiaal znd 21, 18  kalme mins (Heppen) bezadigd [ZND 01 (1922)] III-1-4
bezem bessem: bɛsǝm (Heppen), bezem: be̞ͅsəm (Heppen, ... ), bɛsəm (Heppen, ... ) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel steel: stē̞l (Heppen) bezemsteel [RND] III-2-1