34506 |
broedhen |
broeder:
bryǝr (K316p Heppen)
|
Kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [N 19, 59; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
18197 |
broek: algemeen |
broek:
broek (K316p Heppen, ...
K316p Heppen)
|
broek [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)]
III-1-3
|
22586 |
bromtol |
zingdop:
zingdop (K316p Heppen, ...
K316p Heppen)
|
Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van blik en bontgekleurd is? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
24948 |
bron |
bron:
brǫn (K316p Heppen)
|
Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I]
I-8
|
34342 |
bronstig |
breustig:
brø̄stex (K316p Heppen)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
34141 |
bronstig op andere koeien springen |
rijden:
rē̜i̯ǝ (K316p Heppen)
|
[N 3A, 9b]
I-11
|
20769 |
brood |
brood:
brôôt (K316p Heppen)
|
brood [RND]
III-2-3
|
20710 |
broodje |
pistolet:
Syst. Frings pistolee: rond wit broodje
pestəlē (K316p Heppen),
sandwich:
Syst. Frings sandwich: langwerpig wit broodje
santwex (K316p Heppen)
|
Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20670 |
broodpap |
brokkenmelk:
Syst. Frings
broͅkəmeͅlk (K316p Heppen)
|
Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25657 |
brouwen |
brouwen:
brāwǝ (K316p Heppen)
|
Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.]
II-2
|