e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heppen

Overzicht

Gevonden: 1713
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huishouden huishouden: hø͂ͅshāvə (Heppen) Wat een armzalig huishouden [ZND 32 (1939)] III-2-1
huislook dakloof: daklu6f (Heppen) donderblad, huislook [DC 46 (1971)] III-4-3
huisweide dries: dris (Heppen) I-7
huiveren bibberen: bibberen (Heppen, ... ), rijderen: rijeren (Heppen, ... ) Huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 21 (1936)] || huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 27 (1938)] III-1-2
huurhuis gehuurd huis: gehuurd huis (Heppen) huurhuis [ZND 27 (1938)] III-2-1
iemand uitschelden affronteren: affroendeeren (Heppen), uitlachen: uitlachen (Heppen), uitschavelen: uitschavieëlen (Heppen) Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)] III-1-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Heppen), gáfǝl (Heppen) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren haak aan de puthaak vlim: vløm (Heppen, ... ) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
in de schil gekookte aardappelen varkenspatatten: Syst. Frings Worst allen als varkensvoer gereed gemaakt.  veͅrəkəspəteͅtə (Heppen) In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)] III-2-3
in een beek baden baden: on op zn Frans uitgesproken  bonjen (Heppen) In een beek baden. [ZND 33 (1940)] III-3-2