e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heugem

Overzicht

Gevonden: 1828
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoef van de koe klauw: (mv)  klawǝ (Heugem) De hoef van de koe, in zijn geheel. [N 3A, 119a; JG 1a, 1b] I-11
hoektand oogtand: óuchtá:nt (Heugem) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoesten hoesten: hooste (Heugem), rochelen: röchele (Heugem) hoesten [keche, kechelen] [N 10a (1961)] III-1-2
hom melk: Endepols  mellek (Heugem) Hoe noemt u het voortplantignsvocht van mannelijke vissen (hom, melk, geiltje) [N 83 (1981)] III-4-2
hommel hommel: Endepols  hommel (Heugem) Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] III-4-2
hondenhok hondskooi: hondskoej (Heugem) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1
hondenkar hondskar: honskɛr (Heugem) Kleine kar die door een hond getrokken wordt en die voornamelijk gebruikt werd voor het vervoer van allerlei kleine hoeveelheden. [N 17, 15a; JG 1a; N G, 51; monogr] I-13
honderd frank honderd frank: honderd frang (Heugem) 100 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
hoofd kop: kop (Heugem, ... ), kòp (Heugem) [N 10 (1961)]hoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
hoofd (spotnamen) hoofdje: hödsje (Heugem), knikker: knikker (Heugem), knots: knutsj (Heugem) [N 10 (1961)]hoofd [DC 01 (1931)] III-1-1