e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heugem

Overzicht

Gevonden: 1828
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krols loops: lø͂ͅi̯ps (Heugem) loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)] III-2-1
kroonluchter luchter: luuchter (Heugem) Een veelarmige lamp in de kerk, luchter, kroonluchter. [N 96A (1989)] III-3-3
kruidenjenever elsje: éélskə (Heugem) kruidenjenever; Hoe noemt U: Jenever met kruiden (pop) [N 80 (1980)] III-2-3
kruidwis kruidwis: kroetwaes (Heugem), kroetwes (Heugem), kroetwés (Heugem) kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2
kruipend ongedierte wormen: eigen spellingsysteem  wurrem (Heugem) wormachtig en kruipend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
kruis kruis: krȳs (Heugem) Beenderenstelsel aan het einde van de rug. [N 3A, 109] I-11
kruisbeeld crucifix (<lat.): kruussefiks (Heugem), kruis: kruus (Heugem, ... ) Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Een kruisbeeld, het geheel van kruis en de eraan gehechte Christusfiguur. [N 96B (1989)] || Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kruisbes kroenzel: mv: -e  kronsele (Heugem) [DC 13 (1945)] I-7
kruisje aan een kettinkje kettinkje met een kruisje: kettinkske met e kruiske (Heugem) Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisje van de rozenkrans kruisje: kruiske (Heugem) Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)] III-3-3