e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

Gevonden: 1890
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevaarlijk gevaarlijk: mee vuur spieelen es gevaärlek (Heusden), perikel: mee vuur spieelen es frijkel (Heusden) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevaarlijke kerel periculeus: da’s ne frijkeleuze kiërel (Heusden) Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevangenis gevang: gevang (Heusden) gevangenis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevel gevel: giəvəl (Heusden) een schoone gevel [ZND 35 (1941)] III-2-1
gewelf zolder: zǫlǝr (Heusden) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewone melkdistel melkdistel: mɛlkdestǝl (Heusden) Sonchus oleraceus L. Een op bouwland, in moestuinen en wegbermen voorkomend onkruid met een penwortel, bleekgele tot gele bloempjes uit "buikige" korfjes in een scherm en met grof ingesneden dof- of grijsgroen, vaak paars aangelopen bladeren met een stekelige bladrand. Het wordt 30 tot 90 cm hoog en bloeit van juni tot de herfst. I-5
gewone spurrie spurrie: spø̜ri (Heusden) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewricht gewricht: gefricht (Heusden) hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)] III-1-1
gezicht wezen: weze (Heusden) viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)] III-1-1
gezicht (spotnamen) snuit: lang snooet (Heusden) Snuit. Een lange snuit. [ZND 07 (1924)] III-1-1