e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

Gevonden: 1890

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bergx bergen (mv.): mv.!  bérrəch (Heusden) berg (bergen) [RND] III-4-4
bericht tijding: WNT: ting (IV), In het Vroeg-nieuwndl. verkort uit tîding. Tijding, bericht.  ich hem teng gekrege (Heusden) Ik heb tijding (ting, teng, enz.) gekregen. [ZND 08 (1925)] III-3-1
berrie berrie: bø̜ri (Heusden) Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
beschimmeld beschimmeld: beschummeld (Heusden) beschimmeld/beschimmelen [ZND 06 (1924)] III-2-3
beukennootje beukennoot: bikke(n)neut (Heusden) beukenootje [ZND 01u (1924)] III-4-3
beurs, overrijp te rijp: te rijp (Heusden) overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3
bevruchten treden: trē̜ǝ (Heusden) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bezem bessem: bɛsǝm (Heusden), bezem: be̞ͅsəm (Heusden), borstel: bōͅrsəl (Heusden) bezem [RND] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel bezemsteel: bɛsəmstēl (Heusden), steel: stē̞əl (Heusden) bezemsteel [RND] || de steel van een bezem, van een bloem [ZND 07 (1924)] III-2-1
bieden bieden: bi.ə (Heusden) bieden [RND] III-3-1