e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heythuysen

Overzicht

Gevonden: 3558
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
handkar stootkar: stǭtkęr (Heythuysen) Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.] I-13
handlanger handlanger: hantjlaŋǝr (Heythuysen), opperman: ǫpǝrman (Heythuysen) Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld] II-9
handlangeren opperen: ǫpǝrǝ (Heythuysen), sjouwen: šǫwǝ (Heythuysen), specie maken: špēsi mākǝ (Heythuysen) De metselaar helpen bij zijn werkzaamheden door onder meer metselstenen aan te dragen en mortel klaar te maken. [N 30, 2b; N 30, 2c; monogr.] II-9
handrol, tuinrol klein welletje: klęi̯n wɛlkǝ (Heythuysen), welletje: wɛlkǝ (Heythuysen) Een kleine rol voor gebruik in de tuin of op een klein perceel; deze rol wordt door een persoon voortgetrokken aan een touw dat op twee plaatsen aan het raam bevestigd is, of aan een met het raam verbonden steel met handgreep. Zie de afb. 85 en 86. [JG 1a; N 11A, 186a; A 40, 9f; div.] I-2
handschieter scheutel: šø̄tǝl (Heythuysen), schieter: šētǝr (Heythuysen) Dun plankje waarop de kadetjes of andere broodjes, met twintig tegelijk, de oven worden ingeschoven. Woordtypen als "lange schieter" en "grote zwouw" wijzen erop dat hiervoor ook wel de gewone ovenpaal wordt gebruikt. Vgl. dit lemma met dat van ''ovenpaal''. [N 29, 96b] II-1
handschoen haas: haose (Heythuysen) handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)] III-1-3
handspel hands (eng.): hens (Heythuysen) Hij heeft de bal men de hand aangeraakt, het is ... [DC 49 (1974)] III-3-2
handvat aan de ploegstaart ploeghandvat: plōxhantj˲vat (Heythuysen) De staart van een voetploeg, een radploeg en de zgn. losse karploeg is voorzien van of eindigt in een handvat, dat de ploeger stevig vasthoudt om te bereiken dat de ploeg de voor goed afsnijdt en niet uit de voor schiet. Aan dat handvat trekt hij de ploeg aan het einde van iedere voor om en houdt hij de (achter)ploeg vast wanneer deze in de sleepstand over de wendakker getrokken wordt. De latere vaste karploegen hebben van achteren ook een handvat. Maar omdat dergelijke ploegen niet echt bestuurd hoeven te worden, is dit handvat vooral dienstig bij het keren en het op nieuw inzetten van de ploeg. [N 11, 31.I.k; N 11A, 84i; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
handvat van de troffel steel: štēl (Heythuysen) Het handvat van de troffel kan in hout of kunststof zijn uitgevoerd. [N 30, 7c; monogr.] II-9
handveger, stoffer handveger: handjvèger (Heythuysen, ... ), ha͂ndjfaeger (Heythuysen), ha͂ndjfaegər (Heythuysen), schooier: šoeiər (Heythuysen, ... ) het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met stugge haren [DC 15 (1947)] || het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met zachte haren [DC 15 (1947)] III-2-1