18702 |
jongensblouse |
bloes:
blouse (L292p Heythuysen)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20334 |
jongste kind |
benjamin:
benjamin (L292p Heythuysen),
schalenveger:
sjalevèger (L292p Heythuysen),
scharkoekje:
sjerkuukske (L292p Heythuysen),
schrapkellen-tje:
cf. Weijnen s.v. "schrepen"= schrapen
sjrepkelke (L292p Heythuysen)
|
Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] || nakomertje, jongste kind || Wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)]
III-2-2
|
24177 |
jongste vogeltje uit het nest |
scharkuikentje:
sjerkuukske (L292p Heythuysen)
|
jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21336 |
juffrouw |
juffer:
juffer (L292p Heythuysen),
juffrouw:
juffrouw (L292p Heythuysen)
|
hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
17607 |
jukbeen |
wangbeen:
wangbeen (L292p Heythuysen)
|
Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18707 |
jumper |
jumper:
jumper (L292p Heythuysen)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18192 |
jurk |
kleed:
kleid (L292p Heythuysen)
|
jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
17602 |
kaak |
kaak:
kaak (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen,
L292p Heythuysen)
|
kaak [DC 02 (1932)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)]
III-1-1
|
17604 |
kaakgestel |
kakement:
kakement (L292p Heythuysen)
|
kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
20768 |
kaantjes |
krapjes:
krèpkes (L292p Heythuysen),
jongeren
krèpkes (L292p Heythuysen),
krappen:
ouderen
krappe (L292p Heythuysen)
|
vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)]
III-2-3
|