29989 |
cement |
cement:
sǝmęnt (L292p Heythuysen)
|
Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.]
II-9
|
32895 |
cementen strekel |
streek:
[streek] (L292p Heythuysen)
|
Houten lat van ongeveer 40 cm., waarop aan beide zijden een laagje cement (amaril) is aangebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 4. Waar het woord(deel) streek of strekel identiek is aan de opgave voor "strekel" in dezelfde plaats, wordt door middel van de notatie (streek) of (strekel) voor de fonetische documentatie verwezen naar het lemma ''strekel''. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 80 en 82]
I-3
|
29999 |
cementmortel |
cementspijs:
sǝmęnt[spijs] (L292p Heythuysen),
fijnschicht:
fīnšext (L292p Heythuysen)
|
Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.]
II-9
|
21451 |
cent |
cent:
cent (L292p Heythuysen)
|
cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21539 |
centiem |
centiem:
Opm. vóór 1914 werd dit woord gebruikt (= halve cent).
centiem (L292p Heythuysen)
|
koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
drûûgworst (L292p Heythuysen)
|
droogworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
20545 |
cichorei |
cichorei:
sichóórij (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen),
sikkeren (L292p Heythuysen),
sokkerij:
sŏkkeren (L292p Heythuysen),
suikerij:
sikkeren (L292p Heythuysen),
sŏkkerei (L292p Heythuysen)
|
cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
25000 |
cirkel, kring |
ring:
rink (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen)
|
de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24406 |
cocon |
pop:
pop (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen),
pòp (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen),
prop:
prop (L292p Heythuysen)
|
cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
18518 |
colbertjasje |
korte jas:
korte jas (L292p Heythuysen)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|