id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
25449 | inkuipen | inzouten: enzǫwtǝn (Hoensbroek), sorteren: sǫrtērǝn (Hoensbroek) | De stukken vlees rangschikken in de houten kuip waarin ze bewaard worden. Volgens een aantal respondenten (L 163, 265, Q 118, 121, 198) worden de schenken op de bodem gelegd en daarbovenop het spek. Schouderstukken en poten worden ertussen gelegd (L 265). Bovenaan komen ook de ribben te liggen (L 330). [N 28, 111; monogr.] II-1 |
33182 | inleggen (in een voor) | poten: [poten] (Hoensbroek) | Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5 |
21650 | inmijner? (wbd) | opkoper: opkèùper (Hoensbroek) | Heeft men voor de persoon bedoeld in de vorige vraag nog een bepaalde naam? [N 21 (1963)] III-3-1 |
25236 | inslaan, van de bliksem gezegd | inslaan: insjlao (Hoensbroek), insjloa (Hoensbroek), insjlōāë (Hoensbroek) | inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4 |
34001 | inspannen | aanspannen: āšpanǝ (Hoensbroek), inspannen: ešpanǝ (Hoensbroek), voorspannen: vȳršpanǝ (Hoensbroek) | Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10 |
23605 | introïtus | introtus (<lat.): ĭntroïtus (Hoensbroek) | De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3 |
22328 | inzet bij het spel | pot: pot (Hoensbroek) | Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
20827 | inzouten | pekelen: pīēëkele (Hoensbroek) | Wat is bij u de uitdrukking voor het inzouten van het vlees? [N 104 (2000)] III-2-3 |
23514 | jaargetijde | jaardienst: inne joaërdeens (Hoensbroek) | Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
21851 | jaarmarkt | jaarmarkt: jaarmarkt (Hoensbroek), markt: merret (Hoensbroek) | de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)] III-3-1 |