e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong varken bag: bak (Hoensbroek) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gęǝskǝ (Hoensbroek) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit lam: lam (Hoensbroek), lammetje: lɛmkǝ (Hoensbroek) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kat katje: ketje (Hoensbroek), miempje: Zo noemt men het ook.  miemke (Hoensbroek) Hoe noemt u een jong katje? (jongske, katje) [N 104 (2000)] III-2-1
jonge kip pul: pø̜l (Hoensbroek) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge vrouw jong meidje: jonk maedje (Hoensbroek) jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] III-2-2
jongen jong: joŋ (Hoensbroek) jongen [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft liefste: minə lēfstə (Hoensbroek), vrijer: vrejer (Hoensbroek) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is aanstaande: minə ānštōͅndə (Hoensbroek) (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? [DC 05 (1937)] III-2-2
jongensblouse bloes: bloes (Hoensbroek, ... ) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3