19285 |
beslissen |
beslissen:
beslisse (Q039p Hoensbroek)
|
iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23937 |
besloten tijd |
besloten tijd:
besloaten teid (Q039p Hoensbroek),
gesloten tijd:
gesjloaëte tieëd (Q039p Hoensbroek)
|
De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21673 |
besteden |
besteden:
bestaeje (Q039p Hoensbroek),
besteden (Q039p Hoensbroek),
verteren:
vertaere (Q039p Hoensbroek)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21532 |
besteken |
besteken:
bestêâke (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek),
schenken:
schinken (Q039p Hoensbroek)
|
kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)] || Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)]
III-3-1, III-3-2
|
23507 |
bestelde mis |
bestelde mis:
besjtelde mes (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek)
|
Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] || Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21861 |
bestellen |
bestellen:
bestelle (Q039p Hoensbroek),
bustellen (Q039p Hoensbroek)
|
opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18922 |
bestemmen |
bestemmen:
bestemmen (Q039p Hoensbroek)
|
iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25105 |
bestendig weer |
open weer:
ōāpe weer (Q039p Hoensbroek),
vast (weer):
vas weer (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek),
vas wêêr (Q039p Hoensbroek),
vast wĕr (Q039p Hoensbroek)
|
bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] || lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
23976 |
bestialiteit |
beesterij:
biesterij (Q039p Hoensbroek)
|
Bestialiteit, geslachtsomgang met wezens van een andere natuur. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33607 |
besvrucht, algemeen |
bes:
ideosyncr.
bes (Q039p Hoensbroek),
kraal:
ideosyncr.
kral (Q039p Hoensbroek),
vrucht:
algemeen
vruch (Q039p Hoensbroek)
|
Een vlezige sapige vrucht die aan een struik groeit (bes, bizzem, bezie, beer, bees, bezing, baaie). [N 82 (1981)]
I-7
|