34441 |
roep- en lokwoorden voor het schaap |
met, met, met:
mɛt, mɛt, mɛt (Q039p Hoensbroek)
|
[N 19, 74a; VC 14, 2j (R]
I-12
|
21362 |
roepen |
schreeuwen:
schriejwe (Q039p Hoensbroek)
|
op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
33841 |
roepen van de hengst naar de aankomende merrie |
joechelen:
juxǝlǝ (Q039p Hoensbroek),
kraaien:
krēǝ (Q039p Hoensbroek)
|
Bij het naderen van de hengst joechelt (juicht) de merrie naar de hengst, die deze roep op zijn beurt beantwoordt met onder meer te rauwen, hummelen, joechelen e.d. In dit lemma zijn ook de enkele antwoorden uit vraag N 8A, 1c (zachtjes hinniken van de merrie tegen het veulen) ondergebracht, omdat zij enkel in dit kader passen; de gestelde vraag leverde geen enkele specifieke term op. [N 8, 47; N 8A, 1b en 1c]
I-9
|
21652 |
roeper |
omroeper:
ps. letterlijk overgenomen!
der ōmreuper (Q039p Hoensbroek),
oproeper:
opreuper (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek)
|
afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24034 |
roeping |
roeping:
roeping (Q039p Hoensbroek),
roping (Q039p Hoensbroek)
|
Roeping. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34531 |
roepwoord om de klokhen te lokken |
kloek, kloek, kloek:
kluk, kluk, kluk (Q039p Hoensbroek)
|
[N 19, 44c; A 6, 2c]
I-12
|
34460 |
roepwoord voor de geit |
sik, sik, sik:
syk, syk, syk (Q039p Hoensbroek)
|
[N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.]
I-12
|
34461 |
roepwoord voor de jonge geit |
sik, sik, sik:
syk, syk, syk (Q039p Hoensbroek)
|
[N 19, 74f; VC 14, 2m -r-]
I-12
|
20610 |
roerom |
pap:
pap (Q039p Hoensbroek)
|
roerom; Hoe noemt U: Een gerecht dat bestaat uit meel, gekookt in water of melk, met stroop en vet opgediend (treot, potstroe, ruierom, potjebuul) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
25088 |
roest |
roest:
ros (Q039p Hoensbroek)
|
roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)]
III-4-4
|