e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoorden voor het schaap met, met, met: mɛt, mɛt, mɛt (Hoensbroek) [N 19, 74a; VC 14, 2j (R] I-12
roepen schreeuwen: schriejwe (Hoensbroek) op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] III-3-1
roepen van de hengst naar de aankomende merrie joechelen: juxǝlǝ (Hoensbroek), kraaien: krēǝ (Hoensbroek) Bij het naderen van de hengst joechelt (juicht) de merrie naar de hengst, die deze roep op zijn beurt beantwoordt met onder meer te rauwen, hummelen, joechelen e.d. In dit lemma zijn ook de enkele antwoorden uit vraag N 8A, 1c (zachtjes hinniken van de merrie tegen het veulen) ondergebracht, omdat zij enkel in dit kader passen; de gestelde vraag leverde geen enkele specifieke term op. [N 8, 47; N 8A, 1b en 1c] I-9
roeper omroeper: ps. letterlijk overgenomen!  der ōmreuper (Hoensbroek), oproeper: opreuper (Hoensbroek, ... ) afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)] III-3-1
roeping roeping: roeping (Hoensbroek), roping (Hoensbroek) Roeping. [N 96D (1989)] III-3-3
roepwoord om de klokhen te lokken kloek, kloek, kloek: kluk, kluk, kluk (Hoensbroek) [N 19, 44c; A 6, 2c] I-12
roepwoord voor de geit sik, sik, sik: syk, syk, syk (Hoensbroek) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roepwoord voor de jonge geit sik, sik, sik: syk, syk, syk (Hoensbroek) [N 19, 74f; VC 14, 2m -r-] I-12
roerom pap: pap (Hoensbroek) roerom; Hoe noemt U: Een gerecht dat bestaat uit meel, gekookt in water of melk, met stroop en vet opgediend (treot, potstroe, ruierom, potjebuul) [N 80 (1980)] III-2-3
roest roest: ros (Hoensbroek) roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4