19508 |
schoteltje |
schoteltje:
sjuttelke (Q039p Hoensbroek)
|
schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
17637 |
schouder |
schouder:
de schouders ophaolen (Q039p Hoensbroek)
|
schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18679 |
schoudermanteltje |
pelerine (<fr.):
pellerien (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek),
pelerinetje (<fr.):
pellerientje (Q039p Hoensbroek)
|
schoudermanteltje [pelderien, pellerien] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
29984 |
schraag |
bok:
bǫk (Q039p Hoensbroek
[(meervoud: bø̜k)]
)
|
Uit hout of metaal vervaardigd gestel, bestaande uit twee driehoekige steunen die met elkaar verbonden zijn. Twee of meer schragen vormen de basis voor de werkvloer van de schraagsteiger. [N 32, 7b; monogr.]
II-9
|
29983 |
schraagsteiger |
voetsteiger:
vōt[steiger] (Q039p Hoensbroek)
|
Kleine, lage werkvloer, samengesteld uit schragen en planken. Volgens de invuller uit Q 19 wordt de schraagsteiger vooral binnenshuis gebruikt door bijvoorbeeld de stucadoor. [N 32, 7a; monogr.]
II-9
|
25394 |
schrabsel |
afval:
āfval (Q039p Hoensbroek),
haren:
hǭrǝ (Q039p Hoensbroek)
|
De afgekrabde opperhuid met haren. De lange haren worden soms bewaard en tot borstels e.d. verwerkt of verkocht. [N 28, 29; monogr.]
II-1
|
21368 |
schreeuwen |
kwaken:
kwake (Q039p Hoensbroek),
kwieken:
kwīkǝ (Q039p Hoensbroek)
|
Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] || luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)]
I-12, III-3-1
|
21768 |
schrijven |
schrijven:
sjrieëve (Q039p Hoensbroek)
|
Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
24373 |
schrijvertje |
schrijvertje:
sjrīēëverke (Q039p Hoensbroek)
|
schrijvertje: Hoe noemt u in uw dialect het zilveren torretje dat in groepjes kringelende bewegingen maakt op het wateroppervlak? Het lijf van het insect ligt op het water waardoor de pootjes niet te zien zijn. [N100 (1997)]
III-4-2
|
33816 |
schrikachtig |
schuw:
šȳ (Q039p Hoensbroek)
|
Gezegd van schichtige, schuwe paarden, die angst hebben voor plotselinge geluiden en bewegingen. Zij slaan dan eventueel op hol, zodat zij streng aan de lijn gehouden dienen te worden. [JG 1a; N 8, 64j en 64k]
I-9
|