e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

Gevonden: 4563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borgen borgen: bargen (Hoensbroek), uitstel (zn.): ôêtstel (Hoensbroek) uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)] III-3-1
borrel drupje: drôpke (Hoensbroek), neutje: neutje (Hoensbroek) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] || jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) drijven: drieve (Hoensbroek), opborrelen: opborrelen (Hoensbroek), pruttelen: pruttelen (Hoensbroek), wellen: welle (Hoensbroek) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borrelglaasje drupjesglaasje: dröpkesglēēëske (Hoensbroek) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borstel borstel: algemeen  būūësjtel (Hoensbroek), streel: ook ooit  sjtrīēël (Hoensbroek) borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
borstelig haar steil haar: sjtijl hoar (Hoensbroek), stekelhaar: stèkelhoar (Hoensbroek), varkenshaar: verkeshoare (Hoensbroek) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borsten memmen: memme (Hoensbroek) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: brorṣ (Hoensbroek) een borst [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
borstrok borstrok: borsrok (Hoensbroek), borstrok (Hoensbroek), bórsjròk (Hoensbroek), knooplijfje: met knopen  knōōpliefke (Hoensbroek), lijfje: liefke (Hoensbroek, ... ), stoep: sjtup (Hoensbroek) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) borstrok: borsrok (Hoensbroek), bórsjròk (Hoensbroek), borststoep: borssjtoep (Hoensbroek) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3