23889 |
catechismusles |
catechismusles:
katechismusles (Q039p Hoensbroek),
kattekiesmesleis (Q039p Hoensbroek)
|
Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21451 |
cent |
cent:
cent (Q039p Hoensbroek),
inne cent (Q039p Hoensbroek),
oord:
(= 1 cent).
oard (Q039p Hoensbroek),
Opm. (zie laatste pagina):
oart (Q039p Hoensbroek)
|
Betekenis en uitspraak van: oord? Graag uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] || cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25313 |
centiare, maat van 1 m2 |
centiare:
centiaar (Q039p Hoensbroek),
vierkante meter:
eine veerkante maeter (Q039p Hoensbroek)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21539 |
centiem |
centiem:
centiem (Q039p Hoensbroek)
|
koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
aan plafond gedroogd
drūūgwoeësj (Q039p Hoensbroek),
varkens- en rundvlees
druugwōēsj (Q039p Hoensbroek)
|
droogworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
chagarijn (Q039p Hoensbroek)
|
een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23748 |
christoffelmedaille |
medaille (<fr.) van sint-christoffel:
medálje van St. Christoffel (Q039p Hoensbroek)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19943 |
chrysant |
chrysant:
chrysante (Q039p Hoensbroek)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.)
III-2-1
|
23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
ciborie (Q039p Hoensbroek)
|
Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20545 |
cichorei |
sokkerij:
sôkerei (Q039p Hoensbroek),
suikerij:
sôkerei (Q039p Hoensbroek)
|
cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|