e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P188p plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meerderjarig meerderjarig: znd 1 a-m; 1u, 158; 31, 23b;  meerdərjŭŭrich (Hoepertingen, ... ), meiərjaorig (Hoepertingen), meerjarig: znd 1 a-m; 1u, 158; 31, 23b;  meiərjaorig (Hoepertingen, ... ) meerderjarig [ZND 01u (1924)] || meerderjarig (boven de 21 jaar) [ZND 01 (1922)] || meerderjarig ; hij is - (boven de 21 jaar) [ZND 31 (1939)] III-2-2
meerstemmige mis mis bet zangkoor: mès bè zankoor (Hoepertingen) Een meerstemmige mis, muziekmis. [N 96B (1989)] III-3-3
meester meester: maestər (Hoepertingen), mistər (Hoepertingen) (school)meester [RND] || meester [ZND 01 (1922)] III-3-1
meetlint meter: mē̜tǝr (Hoepertingen) Een oprolbaar ¬± 150 cm lang meetlint, vervaardigd van linnen en inwendig van koperdraad voorzien om het rekken of krimpen tegen te gaan (Gerritse, pag. 21). Zie afb. 2. [N 59, 2; N 62, 69] II-7
mei mei: de mei (Hoepertingen) de tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw [N 112 (2006)] III-3-2
meid, dienstmeid maagd: mǭx (Hoepertingen) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn hagendoorn: zie ook ZND24, 039a/b, apart ingevoerd  hogədjuən (Hoepertingen) haagdoorn [ZND 01 (1922)] III-4-3
meikever kever: ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;  ki-jvər (Hoepertingen) meikever [ZND 01 (1922)] III-4-2
meisje ding: déjnk (Hoepertingen), gastin: jong meisje  gəstin (Hoepertingen), meidje: mètskə (Hoepertingen), métskə (Hoepertingen) klein meisje [ZND 11 (1925)] || meisje [ZND 01 (1922)], [ZND 11 (1925)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft meidje: metske (Hoepertingen) het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 115 (2003)] III-2-2