e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P188p plaats=Hoepertingen

Overzicht

Gevonden: 3594
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemeente gemeente: gəmɛjntə (Hoepertingen) gemeente [ZND 01 (1922)] III-3-1
gemene vrouw kwaad wijf: dazə kuət wɛjf (Hoepertingen), serpent: təs ə serpent (Hoepertingen) Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)] III-1-4
genezen genezen: gənijəzə (Hoepertingen) genezen (ww) [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
gepachte hoeve, pachtgoed winning: weneŋ (Hoepertingen) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6
gepensioneerd (zijn) gepensioneerd: znd 35, 65  gepensioneert (Hoepertingen), gepensjenîerd (Hoepertingen) gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] III-2-2
geprimeerde stier prijsduur: prɛ̄.s˱dyr (Hoepertingen) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11
geraamte geraamte: gəromtə (Hoepertingen) geraamte [ZND 01 (1922)] III-1-1
gereed klaar: kli(j)ər (Hoepertingen), kli.jər (Hoepertingen), vaardig: vjadiX (Hoepertingen) klaar [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] || vaardig [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
geren stukje inzetten: støkskǝ ęjnzętǝ (Hoepertingen) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7
gerieflijk gerieflijk: een geriefəlijk hauəs (Hoepertingen) Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)] III-1-4