29114 |
gat |
kot:
kuwt (P188p Hoepertingen)
|
Gat in een kledingstuk. [N 62, 47; MW]
II-7
|
18206 |
gat in een kledingstuk |
kot:
kuwt (P188p Hoepertingen)
|
Hoe noemt U een gat in kleding? [N 62 (1973)]
III-1-3
|
25001 |
gat, opening |
gat:
goət (P188p Hoepertingen),
kot:
kuət (P188p Hoepertingen)
|
gat [ZND 01 (1922)] || gat (znw enk) [N 26 (1964)]
III-4-4
|
25002 |
gat, opening (mv) |
koter:
kutər (P188p Hoepertingen)
|
gaten (znw mv) [N 26 (1964)]
III-4-4
|
23700 |
gebed |
gebed:
gebed (P188p Hoepertingen)
|
Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23701 |
gebeden |
gebeden:
gebèèe (P188p Hoepertingen)
|
De gebeden meervoud. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17623 |
gebit |
gebeet:
gǝbęi̯ǝ.t (P188p Hoepertingen),
gebit:
gebeijet (P188p Hoepertingen),
tanden:
taan (P188p Hoepertingen)
|
Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)]
I-9, III-1-1
|
22488 |
geboortefeest: doopsuiker |
suikererwten:
soekererten (P188p Hoepertingen)
|
het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20182 |
geboren worden |
geboren:
geboren (P188p Hoepertingen)
|
geboren worden (jong zijn) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
19725 |
gebouw |
bètiment (fr.):
batəmeͅnt (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen),
gebouw:
gəboͅu̯ə (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen)
|
een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|