e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

Gevonden: 3596
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat kot: kuwt (Hoepertingen) Gat in een kledingstuk. [N 62, 47; MW] II-7
gat in een kledingstuk kot: kuwt (Hoepertingen) Hoe noemt U een gat in kleding? [N 62 (1973)] III-1-3
gat, opening gat: goət (Hoepertingen), kot: kuət (Hoepertingen) gat [ZND 01 (1922)] || gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) koter: kutər (Hoepertingen) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gebed gebed: gebed (Hoepertingen) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeden gebeden: gebèèe (Hoepertingen) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebit gebeet: gǝbęi̯ǝ.t (Hoepertingen), gebit: gebeijet (Hoepertingen), tanden: taan (Hoepertingen) Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] I-9, III-1-1
geboortefeest: doopsuiker suikererwten: soekererten (Hoepertingen) het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)] [N 112 (2006)] III-3-2
geboren worden geboren: geboren (Hoepertingen) geboren worden (jong zijn) [N 115 (2003)] III-2-2
gebouw bètiment (fr.): batəmeͅnt (Hoepertingen, ... ), gebouw: gəboͅu̯ə (Hoepertingen, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1