e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heiligenprentje beeldje: bildsjə (Hoeselt) Een heiligenprentje, santje, ter opwekking van de devotie. [N 96B (1989)] III-3-3
heimelijk koffiedrinken konkelen: konkĕle (Hoeselt) heimelijk kopjes koffie bij elkaar drinken [tontelen, konkelen] [N 87 (1981)] III-3-1
hek aan de ingang van een wei barrier: brīr (Hoeselt), gaard: gǭr (Hoeselt) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8
hek, hekwerk afsluiting: oafslawting (Hoeselt) Afscheiding of omheining uit staken, staven of palen (heining, grille, hekkens, hek) [N 79 (1979)] III-2-1
hel hel: hèl (Hoeselt) De hel [hèl, höl]. [N 96D (1989)] III-3-3
hemel hemel: hi:məl (Hoeselt), hiemël (Hoeselt) De hemel [himmel, heemel]. [N 96D (1989)] || hemel [RND] III-3-3
hemelvaartsdag onze-heer-hemelvaart: os heer hemelvōāt (Hoeselt), os heer hémelvoat (Hoeselt) Hemelvaart, Hemelvaartsdag [Hiemelvaart, Himmelvaatsdag, Himmelvaat, Kriste hiemmelvaat]. [N 96C (1989)] III-3-3
hen met kuikens kloekhen: klu.khin (Hoeselt) Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
hen zonder staart flodderkont: flǫdǝrkǫnt (Hoeselt), fochhen: fǫxhin (Hoeselt), stompstaart: stumpstat (Hoeselt) [N 19, 62b; monogr.] I-12
hengsel hengel: m.  eͅŋəl (Hoeselt) hengsel van waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (hengel, hengsel) [N 20 (zj)] III-2-1