e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

Gevonden: 5126
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zondagse kleren `s zondagse kleren: sonnese klêr (Hoeselt), `s zondagskleren: soͅnəsklēr (Hoeselt), goede kleren: goei klêr (Hoeselt) De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zonde zonde: mv: zùn  zondë (Hoeselt) Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)] III-3-3
zonder opzet niet voorspres: nie veurre sprès (Hoeselt) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4
zool van een schoen zool: zwol (Hoeselt) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoolbeslag lap: lap (Hoeselt) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zoom boord: brwot (Hoeselt) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoom in de huif schuif: šø̜̄i̯f (Hoeselt) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13
zorgen voor een moed houden: enne mot hâge (Hoeselt) toezien en moeite doen dat iets uitgevoerd of onderhouden wordt [gadeslaan, bezorgzaam zijn, bekommerd zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
zout zout: zaat (Hoeselt) zout III-2-3
zuigfles fles: de flês (Hoeselt), flês (Hoeselt), papfles: papflĕĕs (Hoeselt) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 115 (2003)], [N 86 (1981)] III-2-2