e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Holtum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pap pap: Syst. WBD  pap (Holtum) Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
paraplu paraplu: perpluuj (Holtum) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: kø̜kskǝ (Holtum) [N 19, 40b] I-12
pasbrug lichtbalk: leqbalǝk (Holtum) Het horizontale balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waar de zwengel en de spil op rusten. De pasbrug is aan één uiteinde scharnierend vastgezet en rust met het andere uiteinde op de lichtboom. [N D, 21] II-3
pasgeboren kalf kalfje: [kalfje] (Holtum) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
patates frites patat friet: Syst. WBD  petat frit (Holtum) Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)] III-2-3
pateen pateen (<fr.): pateen (Holtum), patein (Holtum) De pateen, gouden schaaltje op de kelk [patieën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
penis lul: Gemeen.  lul (Holtum), piel: piel (Holtum), pieltje: Kinderwoord.  pielke (Holtum), pin: Gemeen.  pīn (Holtum), pisman: Onschuldig.  pisman (Holtum), pismannetje: Onschuldig; kinderwoord.  pismenke (Holtum), pisserd: pissert (Holtum), zeikerd: Gemeen.  zijkərt (Holtum) [N 10c (1961)] III-1-1
persen werken: werken (Holtum) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11
piepen sjielpen: šilpǝ (Holtum) Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.] I-12