e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongensblouse bloes: bloes (Horn) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongste kind scharkoekje: sjer = thans van sjerre (bijeenscharrelen)  sjerkeukske (Horn) Wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] III-2-2
jongste knecht, manusje van alles enk: enk (Horn), varkenswin: vɛrǝkǝsžwii̯n (Horn) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6
jood jood: jōēd (Horn, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Joedas (Horn) Judas [SGV (1914)] III-3-3
juffrouw juffer: joffer (Horn) juffer [SGV (1914)] III-3-1
jumper jumper: jumper (Horn) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: kleid (Horn) jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] III-1-3
kaak kaak: kaak (Horn) Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakbeen(rand) bakkes: bakkes ? (Horn), raak: i.e. gehemelte  raak (Horn) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1