e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onpaar onpaar: onpaar (Horn) onpaar [SGV (1914)] III-3-2
onrijp groen: greun fruit ête (Horn) fruit [onrijp ~ eten] [SGV (1914)] III-2-3
onstuimige lucht daar zijn koppen in de lucht: Nb. Köp = meervoud van kop.  dao zeen köp inne lócht (Horn), vieze lucht: vies lôgt (Horn) lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] || onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
onthoppen zeven: zēvǝ (Horn), zijen: zijǝ (Horn) De hop uit de wort verwijderen. [N 35, 56] II-2
ontlasting hebben afgaan: aafgaon (Horn), poepen: poepe (Horn), schijten: sjiete (Horn) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)] III-1-1
onvast ter been (zijn) dazelen (ww.): B.v. dè zaatlap daazeldje ièrs get en toe veel der wie eine kloets neer.  daazele (Horn), zwak op de benen: zjwaak oppe bein (Horn) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: onvast ter been [sporrig] [N 10 (1961)] III-1-2
onvruchtbare geit guste geit: gø̜stǝ gęi̯t (Horn) De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.] I-12
onvruchtbare koe kwee: kwē (Horn) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onweersbui donderbijs: donderbies (Horn), ein donderbies (Horn), donderschuil: Nb. Lange "oe".  dondersjoel (Horn) donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)] || onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onweerx weer: Daar komt een onweer op.  dao kumptj ei wair opzette (Horn), Nb. "ei"= lidwoord een.  ei wair (Horn) onweer [N 22 (1963)] III-4-4