22310 |
proppenschieter |
klaptoet:
klaptoet (L325p Horn),
knaptoet:
knaptoe:t (L325p Horn)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || Proppenschieter. [BN 03]
III-3-2
|
19775 |
provisiekast |
spinde:
špint (L325p Horn)
|
etenskast [Weijnen BN 01 (1938)]
III-2-1
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
schap:
schaap (L325p Horn)
|
schaprade [SGV (1914)]
III-2-1
|
20568 |
pruimen |
pruimen:
prōēmə (L325p Horn, ...
L325p Horn,
L325p Horn)
|
pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21354 |
pruis |
pruis:
Pruus (L325p Horn)
|
Pruis [SGV (1914)]
III-3-1
|
21355 |
pruisen |
pruises:
Pruusjes (L325p Horn)
|
Pruisen (land) [SGV (1914)]
III-3-1
|
18908 |
prutser |
sukkelaar:
sukkelair (L325p Horn)
|
sukkelaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
20578 |
pruttelen |
lurken:
lurkə (L325p Horn, ...
L325p Horn),
lurəkə (L325p Horn)
|
Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pømpštęjn (L325p Horn)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18110 |
puistjes |
brobbels:
broebele (L325p Horn),
puistjes:
puusjtsjes (L325p Horn)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|