e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

Gevonden: 3465
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodskleed doodshemd: doadshèmdj (Horn), doodshemd (Horn), doodsmantel: doadsmantjel (Horn) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || doodskleren; hadden ze een bijzondere naam? [VC 30 (1964)] III-2-2
doodsklok doodsklok: doeedsklok (Horn, ... ) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] || Het luiden voor iemand die pas gestorven is, een overledene overluiden [t loet tsóm doeëd, de doodsklok luiden, iemand ovverluuje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doof doof: douf (Horn) doof [SGV (1914)] III-1-1
dooien dooien: doije (Horn), t slaakt]: ’t döätj (Horn), ’t wair geit aaf (Horn) dooien [SGV (1914)] || dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
dooier doren: dǭrǝ (Horn) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: doup (Horn) doop [SGV (1914)] III-3-3
doopjurkje doopkleed: dö.ypklɛ.it (Horn) doopkleed [RND] III-3-3
doopkapel doopkapel: doupkepel (Horn) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopvont doopvont: doupfont (Horn), doͅ.upfunṭ (Horn) doopvont [RND] || Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater wijwater: wiewater (Horn) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3