| 21461 |
kibbelen |
blagueren (<fr.):
ze zijn wir aan ⁄t blageeren (Q165p Horpmaal)
|
Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
| 22399 |
kien! |
kien:
kin (Q165p Horpmaal)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
| 22398 |
kienen |
kienspel:
kinspeel (Q165p Horpmaal)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
| 18171 |
kledij, kleren |
klerage:
kleerage (Q165p Horpmaal)
|
Kent ge een verzamelwoord voor "de kleren"(kleerage, of een ander woord). [ZND 36 (1941)]
III-1-3
|
| 18065 |
klierziekte |
klieren:
klieren in de keel hebbe (Q165p Horpmaal)
|
hoe heet de klierziekte die gezwellen in de hals veroorzaakt, die dan soms opengaan ? [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|
| 24581 |
klimop |
veilblaren:
oud
vijelbleer (Q165p Horpmaal)
|
klimop [ZND 36 (1941)]
III-4-3
|
| 18230 |
klomp |
klomp:
kloempen (Q165p Horpmaal)
|
klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)]
III-1-3
|
| 19469 |
kluit |
kluit:
kluiten (Q165p Horpmaal)
|
bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
| 17678 |
knieholte |
vouw:
vaa van oer been (Q165p Horpmaal)
|
hoe heet men de knieboog, d.w.z. de plooi achter in het been op de hoogte van de knie ? [ZND 36 (1941)]
III-1-1
|
| 18262 |
knoop |
knoop:
knáup (Q165p Horpmaal)
|
een knoop [N 59 (1973)]
III-1-3
|