e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kiezen kiezen: kéze (Horst), uitkiezen: oëtkéze (Horst) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] || het kiezen, de mogelijkheid om te kiezen [keus, keur] [N 85 (1981)] III-1-4
kikker kwakvors: kwɛkfōͅrs (Horst), kwekker: kwekker (Horst) kikvors, puit [RND] || kikvorsch [SGV (1914)] III-4-2
kikkerdril kwakvorsenbibbel: kwɛkfoͅrsəmbebəl (Horst), kwekkenbibbel: kwekkenbibbel (Horst) kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)bibbel, bibber: kwekkenbibbel (Horst), kwɛkfoͅrsəmbebəl (Horst) kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND] III-4-2
kikkers kikkers: kekǝrs (Horst) De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e] II-3
kikkervisje kwakvors: kwekvörsche (Horst), kwekker: kwekker (Horst) kikkervisje [DC 09 (1940)] III-4-2
kin kin: kin (Horst, ... ) kin [DC 01 (1931)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kind (algemene benaming) jong: joong (Horst), kind: kiend (Horst), kindje: kiendje (Horst) kind [DC 03 (1934)], [DC 05 (1937)] III-2-2
kind (troetelnaam) dribbeltje: drūbbelke (Horst), frbeltje: cf. VD s.v. "fröbelen  frūbbelke (Horst) het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)] III-2-2
kinderschort met mouwen mouwenscholkje: moweschölkske (Horst, ... ) kinderschort met mouwen [smul] [N 24 (1964)] III-1-3