e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
langbenig paard klepper: klępǝr (Horst) [N 8, 20 en 62i] I-9
lange broek lange boks: lang bōks (Horst) een lange broek [N 59 (1973)] III-1-3
lange dunne tak vits: wiets (Horst) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange kleurige herenkous kerelshoos: kelshaoze (Horst), kelshoaze (Horst) mannenkousen, lange kleurige ~ (vero) [hooze] [N 24 (1964)] III-1-3
lange onderbroek? onderboks: oonderbōōks (Horst) onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange overjas ulster: WNT: ulster (I). Naar de Noordiersche provincie Ulster. Lange, ruime heerenwinterjas van een warme, ruwe stof, met dubbele rij knoopen en breede revers.  eulster (Horst) een lange dikke overjas [N 59 (1973)] III-1-3
lange smalle broekzak duimstokkentas: doemstokketes (Horst) lange smalle zak op broekspijp (voor mes, duimstok etc.) [N 59 (1973)] III-1-3
langwerpige streep van voorhoofd tot neus bles: blęs (Horst) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9
langzaam, traag langzaam: laŋzaam (Horst), lui: lui (Horst), traag: traog (Horst) langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] || langzaam [lui, traag, stil, telijig] [N 91 (1982)] III-4-4
lantaarn lucht: lucht (Horst) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1