24223 |
patrijs |
patrijs:
petries (L246p Horst)
|
patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
23285 |
paus |
paus:
paws (L246p Horst)
|
paus [SGV (1914)]
III-3-3
|
20414 |
peetoom |
peter:
pèter (L246p Horst, ...
L246p Horst),
pêter (L246p Horst)
|
peetoom [SGV (1914)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20415 |
peettante |
geul:
geul (L246p Horst),
gôl (L246p Horst)
|
meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
25454 |
pekelkuip |
vleeskuip:
vlęjskyp (L246p Horst)
|
De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.]
II-1
|
26039 |
penbalk |
pinbalk:
penbalǝk (L246p Horst)
|
De zware balk waar de pensteen op rust. Zie ook afb. 48. [N O, 29b; N O, 45c; A 42A, 89; A 42A, 17; monogr.]
II-3
|
26233 |
pensteen |
pinsteen:
penstijn (L246p Horst)
|
De steen op de penbalk waarin het achtereinde van de molenas en in het bijzonder de daaraan bevestigde ijzeren pin, de taats, draait. De pensteen is in het algemeen uit een harde steensoort vervaardigd en kent een halfcilindervormige uitsparing. Zie ook afb. 47 en 48. [N O, 29a; A 42A, 88]
II-3
|
20842 |
peper |
peper:
pēͅpər (L246p Horst)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
17911 |
persen |
persen:
pa ̞rsǝ (L246p Horst),
pāārse (L246p Horst)
|
Het persen van de stof met een zwaar ijzer. [N 59, 77; monogr.] || persen [SGV (1914)]
II-7, III-1-2
|
28656 |
pershoning |
pershoning:
pārshoneŋ (L246p Horst)
|
Honing die men verkrijgt door de raten te persen, zodat de honing eruit loopt. Na verwijdering van de blanke, gave stukken raathoning doet men de onregelmatige stukken honingraat, nog niet verzegelde honing, open en gesloten broed, stuifmeelraten, grof werk, moerdoppen, dode bijen en ander afval in zakken van kaasdoek. Deze legt men in de honingpers, waarin ze onder grote druk de nog resterende honing prijs geven (De Roever, pag. 167). Deze geperste honing blijft echter na zeven en klaren toch een produkt van mindere kwaliteit. [N 63, 116b; N 63, 115d; N 63, 115c; JG 1a; monogr.]
II-6
|