e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zalig zalig: zalig (Horst) zalig [SGV (1914)] III-3-3
zand, zandgrond zand: zant (Horst), zānt (Horst) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zanglijster, lijster lijster: liester (Horst), zanglijster: zangliester (Horst) lijster [SGV (1914)] || zanglijster (22,5 bekend; gelige, gestippelde borst en buik; broedt in grote parken en bossen; ook trekvogel; nest is van binnen glad en bruin; roep [tsp]; luide roepende zang [N 09 (1961)] III-4-1
zaniken, zeuren lamenteren (<fr.): lamentéére (Horst), zaniken: zanik-ke (Horst), zanikke (Horst, ... ), zeveren: zeivere (Horst) langdurig of telkens op dezelfde toon of lastige manier over iets spreken, bijv. om zich te beklagen [zeuren, zaniken, zemelen, nijnaaien, merelen, nosteren, memmen, melken, naaien, moesjanken] [N 87 (1981)] || nederig en dringend vragen [permitteren, pernegracie, spelen, bidden, smeken] [N 85 (1981)] || steeds over een vervelende wijze over iets spreken [semmelen, zeveren, zagen, zemelen, zeuren, zaniken] [N 85 (1981)] || zaniken [SGV (1914)] III-3-1
zedelijk slecht meisje del: del (Horst), lellebel: lellebel (Horst), slet: slet (Horst), sloerie: sloerie (Horst) een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)] III-2-2
zedig braaf: braaf (Horst) zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)] III-1-4
zeef zift: zift (Horst) zeef [SGV (1914)] III-2-1
zeef van de aardappelsorteermachine, algemeen zift: zeft (Horst) In dit lemma staan de algemene benamingen voor de zeef in de sorteermachine bijeen. Voor zover er (lexicaal onderscheiden) aparte benamingen zijn voor de specifieke zeven, zijn deze in de drie volgende lemmata verwerkt. Vaak is het meervoud opgegeven: de zeven van de sorteermachine. [N 12, 34d] I-5
zeemlap zeem: zieəm (Horst) zeem (leder) [SGV (1914)] III-2-1
zeep zeep: zeej dūtə afwas nag altiet mit grūn ziep (Horst) Zeep. Ze doet de afwas nog altijd met goede zeep. [DC 35 (1963)] III-1-3