e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L414p plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teelballen beren: beren (Houthalen), kloten: kloete (Houthalen) [N 10c (1995)] III-1-1
teelballen, testes bollen: bø̜l (Houthalen) [JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38] I-9
teellid stang: staŋ (Houthalen) Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b] I-9
teen teen: tin (Houthalen, ... ) een teen [ZND A2 (1940sq)] || teen [N 10b (1961)] III-1-1
tegeltang breektang: brīǝktaŋ (Houthalen), tang: taŋ (Houthalen) Tang waarmee kleine stukjes van een tegel geknipt kunnen worden. De tegeltang lijkt op een nijptang maar heeft smallere bekken en langere benen. [N 32, 42b] II-9
tegelzetter vloerder: vlūrdǝr (Houthalen) Arbeider die in een bouwwerk de vloer- en muurtegels plaatst. [N 32, 41d; N 30, 3e] II-9
tegen de bal schoppen een sjot geven: sjot gièven (Houthalen), schoppen: schopen (Houthalen) Hoe heet iets met een voetbeweging verwijderen in het voetbalspel om de bal in een richting te jagen: de bal ... [ZND 42 (1943)] III-3-2
tegenlatijzer dekijzer: dęk˱ęjzǝr (Houthalen) IJzeren gereedschap waarmee de dakdekker de latten ondersteunt wanneer hij deze moet spijkeren. [N 64, 143] II-9
tegenwind kop: kop (Houthalen), wind op de kop: wind óbbe kop (Houthalen) Hoe zegt men: de duiven vliegen met de wind tegen? [N 93 (1983)] III-3-2
telefoon telefoon: ps. omgespeld volgens Frings!  tələfoͅn (Houthalen) het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)] III-3-1