e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
engelenmis engelenmis: ingelemûs (Houthalen) Een Engelenmis, een lijkdienst voor een kind dat jonger is dan zeven jaar en de eerste H. Communie nog niet heeft gedaan. [N 96D (1989)] III-3-3
engerling, larve van de meikever spekmade: speͅkmāij (Houthalen) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enig kind koekoeksjong: koekoeksjong (Houthalen) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeks-jong] [N 115 (2003)] III-2-2
enkel enkel: enkəl (Houthalen) mijn enkel (van de voet) [ZND B1 (1940sq)] III-1-1
enkeldik, dubbeldik vensterglas dik glas: dek ˲gloas (Houthalen), dun glas: døn gloas (Houthalen) In dit lemma zijn de benamingen voor de dikten van de verschillende soorten vensterglas bijeen geplaatst. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Vensterglas'. [N 67, 89c] II-9
enten gruffelen: grøfələ (Houthalen), grøfələn (Houthalen) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7
entre-deux volant: vǝlaŋ (Houthalen) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
envelop omslag: ps. omgespeld volgens Frings!  ømslāx (Houthalen) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie overgang: euvergank (Houthalen), ziekte die overgaat: dijj zikte geet euver (Houthalen), ziekte die voortgaat: dêi zikde giet voort (Houthalen) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie, besmettelijke ziekte). [N 107 (2001)] III-1-2
ereboog boog: boog (Houthalen) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] III-3-2