e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat in een kledingstuk kot: koot (Houthalen) Hoe noemt U een gat in kleding? [N 62 (1973)] III-1-3
gaten in de kruim blaasjes: bloǝskǝs (Houthalen) De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 69b luidde: "Hoe noemt men de gaten in de kruin van het brood?" Het feit dat dit ''kruin kruim'' moest zijn, heeft de beantwoording niet noemenswaardig be√Ønvloed. [N 29, 69b; N 29, 69a; monogr.] II-1
gauwdief schelm: ps. omgespeld volgens Frings!  sxeͅləm (Houthalen) een dief die op behendige, listige wijze te werk gaat [gauwdief, schelm] [N 90 (1982)] III-3-1
gazon grasperk: grōͅspɛrk (Houthalen) Onderhouden grasveld (bleek, gazon, gruis) [N 79 (1979)] III-2-1
gebakje klein gebak: klē gəbák (Houthalen) Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen patatten in de pan: pátátə en ə pán (Houthalen) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebarsten gebarsten: gǝbǫrstǝ (Houthalen) Gezegd van verflagen die scheuren vertonen. ø̄De oorzaak van scheuren in een verflaag is gelegen in een tekort aan elasticiteit der laag bij goed hechten aan den ondergrond. Verder kunnen tot het ontstaan van scheuren medewerken plotselinge temperatuurswisselingen, een te vette ondergrond, de spanningen die door langzamer drogen der grondlagen ontstaan, en sterk uiteenloopende uitzettingscoëfficiënten van grond- en deklaagø̄ (Zwiers II, pag. 324). [N 67, 69c] II-9
gebed gebed: gebed (Houthalen) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeden gebeden: gebieeje (Houthalen) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebit gebeet: gǝbē.t (Houthalen), gebit: gebeet (Houthalen), gəbet (Houthalen) Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] I-9, III-1-1