18939 |
gereed |
gereed:
zēͅdəgej gərit bədurveͅrk (L414p Houthalen),
klaar:
kli[ə}r (L414p Houthalen),
vaardig:
viərix (L414p Houthalen),
ət ejtə eͅs vējərex (L414p Houthalen)
|
gereed (vaardig): het eten is gereed [ZND B2 (1940sq)] || gereed: zijt ge gereed met uw werk ? [ZND B2 (1940sq)] || klaar [ZND A2 (1940sq)] || vaardig [ZND A1 (1940sq)]
III-1-4
|
31197 |
gereedschapsbak |
getuigbak:
gǝtø̜x˱bak (L414p Houthalen),
getuigzak:
gǝtø̜x˲zak (L414p Houthalen)
|
De bak of kist waarin het gereedschap bewaard wordt. Zie ook afb. 1. [N 64, 86a-b]
II-11
|
27322 |
gereedschapskist |
getuigkist:
gǝtø̜̄xkest (L414p Houthalen)
|
Kist waarin de schilder zijn gereedschap opbergt. [N 67, 99e]
II-9
|
29055 |
geren |
spieën:
spęjǝ (L414p Houthalen)
|
Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10]
II-7
|
19091 |
gerieflijk |
gemakkelijk:
ə gəmekələk hōͅwəs (L414p Houthalen),
gerieflijk:
en geriefelijk huis (L414p Houthalen)
|
Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
25066 |
gering aantal, een paar |
enige:
intige (L414p Houthalen),
paar:
par (L414p Houthalen)
|
een gering aantal [paar] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20912 |
gerookt spek |
gerookt spek:
gərykt speͅk (L414p Houthalen)
|
spek dat gerookt is [DC 48 (1973)]
III-2-3
|
32979 |
gerst |
gerst:
gɛst (L414p Houthalen)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
21595 |
geschiedenis |
geschiedenis:
een geschiedenis vertəlen (L414p Houthalen),
vertelseltje:
en vertūlselke vertūllen (L414p Houthalen)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
20475 |
geslacht |
familie:
familie (L414p Houthalen)
|
de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)]
III-2-2
|