e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heilige, zalige heilige: ene heilige (Houthalen), nən heͅjlegə (Houthalen) Heilige. [ZND 35 (1941)] III-3-3
heiligedag heiligedag: heiligendaag (Houthalen) Een kerkelijke feestdag door de week die als zondag te vieren is [heiligedag, planke zondeg]. [N 96C (1989)] III-3-3
heiligen, zaligen heiligen: heilige (Houthalen) De zaligen, de heiligen in de hemel. [N 96D (1989)] III-3-3
heiligenbeeld beeld: bield (Houthalen), heiligenbeeld: heilige beelde (Houthalen), heilige bielde (Houthalen) De beelden in de kerk, de kerkbeelden [beelde, bilde, fiegoere, sjtatoeë, hèlligebeelde, hilliejefijoere?]. [N 96A (1989)] || Een beeld van een heilige, gemaakt van hout, aardewerk, gips e.d. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligenmedaille medaille (<fr.): medoalie (Houthalen) Een rond of ovaalvormig lichtmetalen plaatje waarop Jezus of een heilige is afgebeeld [medalje, medallie, medallieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligenprentje beeldje: bielleke (Houthalen) Een heiligenprentje, santje, ter opwekking van de devotie. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligschennis heiligschennis: heiligschennis (Houthalen) Heiligschennis, heiligschending, heiligschenderij, sacrilegie. [N 96D (1989)] III-3-3
heimwee heimwee: heimwee (Houthalen) heimwee (hebben als iemand ergens niet kan wennen en erg naar huis verlangt, zegt men: Hij heeft (veel/erg/zon) .... [DC 45 (1970)] III-1-4
heizeis hak: hak (Houthalen), heizeissie: he.zē.si (Houthalen) Zeis of een soort hak waarmee men hei maait of zoden hakt. In de regel heeft de heizeis √©√©n handvat. [JG 1a, 1b] I-8
heizode heiplag: hēplax (Houthalen) Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.] I-8