e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mosterd mosterd: moster (Houthalen), mosterd (Houthalen) mosterd [ZND 31 (1939)] III-2-3
mot mot: ook in ZND 31, 038  mot (Houthalen), snuffel: ook in ZND 31, 038  snuffel (Houthalen) mot [ZND 01 (1922)] III-4-2
motor moteur: mutø.r (Houthalen) motor [RND] III-3-1
motregen, fijne regen motregen: moͅtriēͅəgə (Houthalen) stofregen [ZND 38 (1942)] III-4-4
motregenen, licht regenen briezelen: `t brizəlt (Houthalen), motregenen: bolletjes staan bij de informant bovenop de os  mo‧treəYənə, hət mo‧treəYənt (Houthalen), stofregenen: stofriēͅ.Yənə, tstofriēͅ.Yənt (Houthalen) Motregenen. Vertaal in uw dialect: motregenen, het motregent (regenen met heel fijne druppels). [ZND 49 (1958)] || stofregenen [ZND 38 (1942)] III-4-4
mousseline mousseline: musǝlin (Houthalen) Los geweven stof van katoen, wol of zijde, genoemd naar de stad Mosoel in Turkije. [N 62, 75e; N 62, 75c; N 62, 83; N 62, 98; N 59, 201; MW; monogr.] II-7
mouw mouw: mou, ien mouke (Houthalen), mouw (Houthalen), mouw, mouwke (Houthalen), mouw, mouwtje (Houthalen), mǫw (Houthalen), twie mouwe (Houthalen, ... ), twie mouwen (Houthalen) een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || Hoe noemt U in het algemeen een mouw? [N 62 (1973)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)] || Mouw van bijv. een colbert of japon. [N 59, 126; N 62, 34a; MW] II-7, III-1-3
mouwomslag, manchet bandje: bɛndǝkǝ (Houthalen), manchet: manchet (Houthalen), omslag: omslag (Houthalen) Verlengstuk aan het einde van een mouw; vaak afzonderlijk, en dan al of niet aan de mouw vastgemaakt. [N 62, 34d; N 59, 134; MW] II-7
muil muil: mǫlj (Houthalen) Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b] I-9
muilband snuitband: snǭ.t˱ba.nt (Houthalen  [(mv -bān)]  ) Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] II-11