24629 |
bloembol |
juin:
jaun (L414p Houthalen)
|
Het onderaards, met dikke balden bolvormig bekleed stengeldeel, waaruit een bloem kan groeien; een bloembol (klieste, klister, kleister, bol, bloembol, knol, ajuin). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33611 |
bloementuin |
bloemenhof:
blommenhoof (L414p Houthalen)
|
bloemenhof [ZND 27 (1938)]
I-7
|
24649 |
bloemknop |
knop:
knop (L414p Houthalen),
knoͅp (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
bot, knop [ZND 34 (1940)] || De knop waaruit een bloem groeit (bot, bloembot, bloemknop). [N 82 (1981)] || knop [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
19646 |
bloemperk |
bed:
beͅt (L414p Houthalen),
perk:
peͅrək (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
[Goossens 1a (1955)] [ZND A1 (1940sq)]perk (bloemperk) [ZND A1 (1940sq)]
I-7, III-2-1
|
30027 |
blusbak |
kalkbak:
kalǝk˱bak (L414p Houthalen)
|
De houten of ijzeren bak waarin de kalk geblust wordt. De bak is doorgaans voorzien van een opening met schuif en rooster waarlangs men het kalk-watermengsel uit de bak kan laten stromen. Het rooster was volgens de invuller uit L 321 voor het opvangen van de rommel, het schuifje diende om de bak af te sluiten. De blusbak had in deze plaats de volgende afmetingen: 2,5 m lang, 1,75 m breed en 1 á 1,25 m hoog. [N 30, 32a; monogr.]
II-9
|
17881 |
bluts |
bluts:
bluts (L414p Houthalen),
nuts:
nuts (L414p Houthalen)
|
Deuk: een buiging in een effen oppervlak door een stoot veroorzaakt (buts, duts, bluts, dumpel) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17882 |
blutsen |
blutsen:
blutsen (L414p Houthalen)
|
De appels niet blutsen. [ZND 21 (1936)]
III-1-2
|
33507 |
blutsen, van een appel |
genutst:
genutst (L414p Houthalen)
|
Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)]
I-7
|
24999 |
bobbel, kleine verhevenheid |
brobbel:
brobbel (L414p Houthalen),
knobbel:
knobəl (L414p Houthalen)
|
een kleine, ronde, meestal holle verhevenheid op een oppervlak [bobbel, brobbel, knobbel, hulte] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18143 |
bochel |
bult:
bult (L414p Houthalen),
bølt (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
bochel (bult, hoge rug) [ZND B1 (1940sq)] || bult [ZND A2 (1940sq)] || Hij heeft een bochel. [ZND 21 (1936)]
III-1-2
|