e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

Gevonden: 4881
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buitenwerk buiten verven: bǫwtǝ vɛrvǝ (Houthalen) Schilderwerk buitenshuis. [N 67, 67b] II-9
buitenzak op een jas maal: maol (Houthalen) de buitenzak [N 59 (1973)] III-1-3
buizerd buizerd: bøͅi̯zərt (Houthalen) buizerd (54 grote, plompe, slome vogel; brede vleugels en korte staart; vaak op paaltjes in weilanden; vaak te zien; broedt zeldzaam in bossen [N 09 (1961)] III-4-1
bulderen van de storm belleren: bālərə (Houthalen) een sterk rommelend of dreunend geluid geven, gezegd van bijv. een storm of een kanon [rullen, bulderen, burrelen] [N 91 (1982)] III-4-4
bundel groenten bussel: büssel (Houthalen) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] III-2-3
bundel zangen bussel: bø.sǝl (Houthalen) Samengebonden bundeltjes geraapte halmen. [N 15, 37; JG 2c; monogr.] I-4
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) hectare: heͅktār (Houthalen) de maat die een oppervlakte aangeeft van 10.000 vierkante meter [bunder, hond, hectare] [N 91 (1982)] III-4-4
bunzing fis: fis (Houthalen) bunzing [ZND 48 (1954)] III-4-2
buren (ww.?) geburen: ps. omgespeld volgens Frings!  gəbūrə (Houthalen) buurman zijn van iemand [noberen, geburen] [N 90 (1982)] III-3-1
burgemeester burger: ps. omgespeld volgens Frings!  bərəgər (Houthalen) het wettelijk hoofd/de vertegenwoordiger van een gemeente [burgemeester, burger, burgmeester] [N 90 (1982)] III-3-1