18984 |
teleurstellen |
tegenvallen:
téégə vallə (Q109p Hulsberg)
|
niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19253 |
ten einde brengen |
afmaken:
aafmaakə (Q109p Hulsberg)
|
een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17632 |
tepel |
deem:
dēm (Q109p Hulsberg),
mem:
mem (Q109p Hulsberg),
tet:
tat (Q109p Hulsberg)
|
Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] || Welk woord bezigt men voor de tepel van een vrouwenborst? [DC 43 (1968)]
I-9, III-1-1
|
33760 |
tetveulen |
zeugeling:
zōgǝleŋ (Q109p Hulsberg),
zuigveulen:
zōx˲vø̄lǝ (Q109p Hulsberg)
|
Veulen dat nog gezoogd wordt. Een tetveulen is ouder dan een zuigeling en kan verkocht worden. [JG 1a, 1b; N 8, 2]
I-9
|
25228 |
tocht, zuiging van lucht |
trek:
tréék (Q109p Hulsberg)
|
tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21565 |
toegangsprijs |
entree (<fr.):
entree (Q109p Hulsberg)
|
de prijs die men moet betalen om ergens binnen te komen [entree, inkom, inkomgeld, inkomprijs] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22547 |
toepen (kaartspel) |
toepen:
toepe (Q109p Hulsberg)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20141 |
toestel waarin men kinderen leert lopen |
loopwagen:
lowpwäagə (Q109p Hulsberg)
|
toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
21215 |
tolboom |
slagboom:
sjlaachbowm (Q109p Hulsberg)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22658 |
toneelspel |
voorstelling:
v"rstɛ̄leŋ (Q109p Hulsberg)
|
Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|