e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hulsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teleurstellen tegenvallen: téégə vallə (Hulsberg) niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten einde brengen afmaken: aafmaakə (Hulsberg) een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4
tepel deem: dēm (Hulsberg), mem: mem (Hulsberg), tet: tat (Hulsberg) Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] || Welk woord bezigt men voor de tepel van een vrouwenborst? [DC 43 (1968)] I-9, III-1-1
tetveulen zeugeling: zōgǝleŋ (Hulsberg), zuigveulen: zōx˲vø̄lǝ (Hulsberg) Veulen dat nog gezoogd wordt. Een tetveulen is ouder dan een zuigeling en kan verkocht worden. [JG 1a, 1b; N 8, 2] I-9
tocht, zuiging van lucht trek: tréék (Hulsberg) tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)] III-4-4
toegangsprijs entree (<fr.): entree (Hulsberg) de prijs die men moet betalen om ergens binnen te komen [entree, inkom, inkomgeld, inkomprijs] [N 89 (1982)] III-3-1
toepen (kaartspel) toepen: toepe (Hulsberg) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
toestel waarin men kinderen leert lopen loopwagen: lowpwäagə (Hulsberg) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)] III-2-2
tolboom slagboom: sjlaachbowm (Hulsberg) de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)] III-3-1
toneelspel voorstelling: v"rstɛ̄leŋ (Hulsberg) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2