19167 |
deugniet |
batraaf:
battəraaf (Q109p Hulsberg, ...
Q109p Hulsberg)
|
een ondeugend kind [stinkgat, deugniet] [N 85 (1981)] || een ondeugende jongen die allerlei streken uithaalt [pagadder, horzak, luifer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21493 |
deurwaarder |
deurwaarder:
deurwaardər (Q109p Hulsberg)
|
de ambtenaar bij de rechtbank die belast is met de dienst op de terechtzittingen, het doen van aanzeggingen [bijv. van belastingschuld enz. [vorster, deurwaarder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22378 |
diabolo |
diabolo:
diabolo (Q109p Hulsberg)
|
Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18035 |
diarree |
dunne, de -:
dunnə (Q109p Hulsberg),
schijterij:
sjīētərie.j (Q109p Hulsberg)
|
Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21753 |
dienstplicht doen |
dienen:
deenə (Q109p Hulsberg)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24899 |
dinsdag |
dinsdag:
dinsdich (Q109p Hulsberg)
|
de derde dag van de week, dinsdag [destag, dijsdag, dijnsdag, diessendag] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22481 |
dinsdag voor aswoensdag |
carnavalsdinsdag:
karnavalsdinsdig (Q109p Hulsberg)
|
De naam voor de dinsdag vóór aswoensdag [carnavalsdinsdag]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22665 |
dirigent |
directeur:
direkteur (Q109p Hulsberg)
|
De leider van een orkest of koor [dirigent, muziekmeester]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22382 |
dobbelsteen |
dobbelsteen:
dobbelsjtein (Q109p Hulsberg)
|
Kleine kubus waarvan de zes vlakken respectievelijk met 1-6 "ogen"voorzien zijn [steen, dobbelsteen, teerling]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22415 |
dobber |
dobber:
dobber (Q109p Hulsberg)
|
De kurken drijver(s) aan het snoer van een hengel [dobber, dop, kurk, upper]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|